1.De Rode Duivels worden op hoogte stage gestuurd. Ze verblijven een 3-tal weken op een hoogte van 3000 m boven de zeespiegel. Waarom doet men zo een hoogtestage?

 

 

2.Tropenjaren tellen dubbel’ is een gezegde. In de negentiende eeuw waren er twee opvattingen over de mogelijkheid tot aanpassing van blanken aan het klimaat in de tropen. Veel Nederlanders hadden moeite met de tropische omstandigheden in het toenmalige Nederlandsch-Indië.
Volgens de arts Junghuhn kwam dat doordat zij lichamelijk niet tot aanpassing aan de hitte in staat waren.
Volgens de arts Swaving was aanpassing best mogelijk, maar hielden de Nederlanders er een verkeerde leefwijze op na.

Velen dachten dat bij blanken in Nederlandsch-Indië de bloedsamenstelling veranderde waardoor ze gauw moe werden.

 

Waaraan zouden die blanken dan een tekort hebben gehad?

 

A. aan bloedplaatjes

 

B. aan bloedplasma

 

C. aan rode bloedlichaampjes

 

D. aan witte bloedcellen

 

 

3. Jan heeft hemofilie (bloederziekte). Hij heeft altijd een inspuiting bij. Wat bevat dit spuitje? Verklaar.

 

4. Welk risico loop je bij een tekort aan bloedplaatjes?

 

5. Waarom moet je extra ijzer innemen na het bloed geven?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8.Benoem onderstaande delen: